Rubriek | New Age en nieuwe spiritualiteit |
Titel | Nieuwe wegen binnen een oude traditie |
Lezing door | C. Luttik e.a., Boekbespreking door werkgroep ‘Bijbel of New Age’ |
Plaats, datum | Utrecht, 14 maart 1992 |
Bewerkt door | Drs. G. van Ginkel (Sense), maart 2020 |
Korte inhoud | Een poging om het nieuwetijdsdenken te introduceren in de kerk |
Trefwoorden | Religieuze ervaring, nieuw bewustzijn, spiritualiteit, kerk, gnostiek, nieuwetijdsdenken, mystiek |
Bronnen | Jurjen Beumer: ‘Nieuwe wegen binnen een oude traditie’;
Derek Prince: ‘De duisternis aanwezig’; Bijbel |
Nieuwe wegen binnen een oude traditie
Inleiding
Het thema is de titel van een boek, samengesteld door Jurjen Beumer, waarin Hans Stolp, Dom Tholens, Aleid Schilder en Karel Douven aanbevelingen doen ‘Het nieuwe denken’ een plaats te geven binnen de kerkelijke traditie. Een aantal van ons heeft dit boek gelezen. Zij leggen hun bevindingen voor.
Er was een enorme belangstelling bij de presentatie van dit boek in december 1991. Het heeft er alle schijn van dat men probeert het New Age-denken binnen de kerken ingang te doen vinden. De auteurs van het boek ‘Nieuwe wegen binnen een oude traditie’ vertolken de groter wordende onderstroom van mensen binnen en buiten de kerken die bezig zijn met allerlei religieuze ervaringen. Het is zinvol om deze bewegingen in kaart te brengen. De heropleving van gnostiek en het New Age denken plaatst christenen voor ernstige vragen. Er is sprake van een crisis die lijkt op die van de tweede eeuw. Is het zoeken naar een synthese tussen oude traditie en New Age-denken gewenst, of dient er een keuze te worden gemaakt?
De schrijvers van dit boek zijn zelf al vergevorderd in hun ontwikkeling van een synthese. Zij praten over een dialoog met de traditie, maar die kan in hun optiek alleen maar gaan over de wijze waarop de traditie plaats moet maken voor het ‘nieuwetijdsdenken’ (New Age-denken). Het boek maakt geen enkel voorbehoud op het punt van persoonlijke religieuze ervaringen. Alles lijkt geoorloofd, ook al komen die ervaringen uit dubieuze bronnen als spiritisme, magie, occultisme en zelfs satanisme. Men ziet het kwaad niet meer als kwaad, een persoonlijke macht, die zich voordoet als ‘engel des lichts’. Velen staan open voor allerlei religieuze ervaringen. Volgens de auteurs wijst dit ‘nieuwe bewustzijn’ op de komst van een nieuwe fase in de evolutie van de mensheid die moet leiden tot ‘Het christus-worden van de mensheid’.
De Bijbel kent het woord ‘ervaring’ niet in verband met ‘geloven’. Volgens het Woord is het bovennatuurlijke nergens rechtstreeks te ervaren. New Age stelt religieuze ervaringen in het vooruitzicht door toepassing van bepaalde, aan te leren technieken. Daarbij is geen sprake van het kruis. Vanuit christelijk denken zijn deze technieken van geen betekenis. Meditatietechnieken ontwijken het luisteren naar Gods Woord en pretenderen te komen tot kennis van het diepere IK en eenheid met ‘het universele wezen’. De daarbij vrijkomende gevoelens worden geïnterpreteerd als ‘mystieke godservaring’ en ‘kennis van het godsmysterie’. Het Bijbels geloven wordt als minderwaardig opzijgeschoven. Waarheid is wat men zelf als waar ervaart.
Voor deze gedachten werd al aandacht gevraagd in de publicatie ‘Geloof in een kenterend getij’ in 1967. Voor dit denken, dat het Bijbels denken moet vervangen, vragen de auteurs nu ruimte binnen de kerken. De openheid, die zij vragen, is echter geen vernieuwing van de kerk, maar betekent een radicale revolutie. Overgave aan een God buiten onszelf wordt afgewezen.
Bevindingen
De eerste indruk is dat niets in dit boek nieuw is. Alles wat de vier schrijvers ter sprake brengen, hebben ze in andere publicaties eerder gezegd. Wat zij willen is dat het christelijk geloof ingrijpend verandert. De kern van ons geloof is Jezus Christus, maar de kerk bestaat uit zwakke mensen die fouten maken. New Age toont ons echter een supermens-beeld dat veel meer aansluit bij de huidige tijdgeest: een nieuw bewustzijn, toenemende volmaaktheid en kennis van zelfverlossing.
We moeten oog hebben voor wat de vier schrijvers in de kerk missen: religieuze ervaringen. Wellicht hebben wij van het christendom te veel een objectieve leer gemaakt. De schrijvers meldden het gemis aan spiritualiteit. Maar wat verstaan ze daar onder? Vaag weten we dat wel, maar in de Bijbel gaat het nooit om ervaring omwille van de ervaring. Wie zonder meer religieuze ervaring zoekt, komt al gauw uit bij het occulte. Het moet in de eerste plaats om God gaan. Er zit iets egoïstisch in: ík wil ervaringen opdoen, terwijl de Bijbel oproept niet eerst naar jezelf te zien, maar naar de Ander (God) en de medemens.
Het woord ‘ervaren’ komt in de Bijbel niet voor; daar waar men dat zou verwachten staat het woord ‘kennen’. Het gaat dan om het kennen van God in een persoonlijke relatie. Het kennen van Jezus is de kern van Bijbelse spiritualiteit. Er is een ‘kennen met het verstand’ en een ‘kennen met het hart’.
Karel Douven was 30 jaar geleden redacteur van het charismatisch maandblad ‘Vuur!’. Ook sommige Duitse leiders van de ‘charismatische vernieuwing’ van toen, zitten nu in New Age. Hoe kan dat?
In zijn boek ‘De duisternis aanwezig’ legt Derek Prince uit dat mensen die met ‘de andere kant’ in aanraking zijn geweest en kiezen voor Jezus, moeten worden gezuiverd van een ‘geest van rebellie’. Zonde is opstand tegen God. Vooral intellectuele mensen zijn makkelijk te verleiden tot hoogmoedig gedrag. We moeten dus constateren dat ook christenen kunnen afglijden: “Ik ben zelf in New Age terecht gekomen omdat de yogi’s zeiden: wij hebben god ervaren. Ik had het oprechte verlangen God te leren kennen. In de kerk werd er niet over gesproken. Dat was voor mij het grote manco. Ik kan niet zeggen dat ik niet in New Age zou zijn beland als de kerk dat wèl zou hebben gedaan. Het heeft wel meegespeeld toen de yogi’s mij een aanbod deden. De therapie is: een mens moet opnieuw geboren worden (Johannes 3). Ik heb dat zelf moeten ontdekken, dat is voor mij dè ‘eye-opener’ geworden. Ik wilde Jezus kennen zoals Nicodemus, ik wilde Hem ontmoeten. Betekenen de woorden ‘ontmoeting’ en ‘ervaring’ niet hetzelfde? Ik kan genieten van een kop koffie. Dat is een ervaring. Maar ik heb geen relatie met die kop koffie. Het is een genotservaring. Ik heb ook de yoga ervaring gehad, een genotservaring, een roes. Daar komt geen relatie met wie dan ook aan te pas, noch liefde.”
Wat mij in dit boek het meest heeft geschokt is de opmerking van Aleid Schilder: “We moeten loskomen van de materie (dat kan ik nog met haar eens zijn), loskomen van ons ego (daar zit wat in) en worden ‘ik ben die ik ben’.” Worden als God dus! Dat is de oerzonde, die van hoogmoed (Genesis 3:5). Aleid Schilder verklaarde eens, dat ze zo blij was dat haar geest een onderdeeltje was van een veel grotere Geest; dat haar hersencellen deel uitmaakten van een kosmisch hersenstelsel. Ik heb haar toen geantwoord dat ik zo blij ben dat ik een kind van God mag zijn. Daar zou ze eens over nadenken….
Spiritualiteit
Verder geeft Karel Douven in dit boek een definitie voor ‘spiritualiteit’: dat is “het besef ingebed te zijn in wat de mens te boven gaat en de vertrouwensvolle overgave daaraan”. Daarmee heb je dan een definitie waar ook de moslim, de boeddhist en de hindoe mee uit de voeten kan.
In het boek belijdt Hans Stolp nergens dat Jezus de Christus is, zijn Bijbelgebruik is uitsluitend selectief. Jezus ontbreekt in heel zijn verhaal. Deze mensen beginnen wel bij Genesis 1: de mens is goed. Vervolgens schrappen ze Genesis 3. Maar als je de schuld van de mensheid schrapt, dan ben je verplicht Golgotha ook te ontkennen. “God leeft in de mens” zegt Stolp. Ja, maar wel in de bekeerde mens! Handelingen 17:28: “Want in Hem leven wij, bewegen wij, zijn wij” Dat geldt voor de bekeerde mens, die niet meer gescheiden is van God. Stolp zegt: “Wie zichzelf kent, kent God.” We moeten dus naar onszelf luisteren, naar het vonkje goddelijkheid in ons. Maar nee, we moeten luisteren naar de Heilige Geest!
Christus
Geen van de auteurs brengt Christus ter sprake. Karel Douven schrijft (blz.19): “God is een met angst en onderwerping beladen woord. Het gevolg daarvan is: iedereen schept zijn eigen god(in), waar je dan niet zo bang voor hoeft te zijn. Die god(in) ervaren wij ook in onszelf, of als een onpersoonlijk universum. Als je dat doet, vervalt de noodzaak om ongeacht welke Naam, hoe hoogheilig ook, te verkondigen. Want alleen wat ik als persoon ervaar, is waarheid”. Met zo’n definitie van spiritualiteit – ‘ingebed te zijn in wat de mens te boven gaat’ – kun je een basis maken voor een wereldgodsdienst. Ook een hindoe of mohammedaan kan zich in deze vage formulering vinden. ‘Wat de mens te boven gaat’ kan God zijn, maar ook Allah of Boeddha! Dan geef je jezelf over aan een onzichtbare macht en eindig je bij demonen. Dom Tholens schrijft: “Bij mij staat Christus centraal”, en: “Ik vraag Hem niet om mij als zondaar genadig te zijn”, en: “Wel hoop ik te mogen binnentreden in Zijn bewustzijn omtrent mens, kosmos en goddelijkheid”. Met andere woorden: Dom Tholens wil het New Age-christusbewustzijn ontwikkelen. De schrijvers brengen hun gedachten onder de noemer ‘orthodox’. Ze zijn er heilig van overtuigd dat hun denkpatronen een ‘verrijking’ zullen zijn voor de kerk. Ze vinden de toename van paranormale vermogens een ‘zegen’, zodat de mensheid naar een hoger niveau van bewustzijn kan worden getild.
Bevrijding van gezag
Karel Douven zegt: “Zelfverloochening, schuldgevoelens en zondebesef zijn begrippen die duiden op onvolwassenheid, op een nog niet uitgezuiverde voorfase”. Dat zeggen de yogi’s ook. Zij waarderen het christendom uitsluitend als een geloof van een lagere orde. Vandaar dat Douven de ontwikkeling die hij propageert, ‘een verrijking’ noemt; ‘niet vijandig jegens de kerk’. Hij zegt: “De kern van Jezus’ prediking en optreden behelsde niets anders dan de bevrijding van elke individuele mens uit de ban van wettelijke voorschriften en onderworpenheid aan wat dan ook: het vrijmaken van de mens voor zijn eigen, meest wezenlijke individualiteit.” Dat betekent: je losmaken van het gezag van de Synode, van ‘Rome’, van ouderlijk en goddelijk gezag. Jezus heeft wel iets gezegd over wetticisme, maar dat was niet de kern van Zijn boodschap. Dit kom ik veel tegen in dit boek: Uit een groot geheel wordt slechts een stukje genomen. Dat is op zich wel waar, maar wordt vervolgens op een heel andere manier toegepast. Geen woord over het werkelijke doel van Jezus’ komst: het wegnemen van de zonde van de wereld.
Moeder Aarde
Verder kom je bij Douven ook ‘Moeder Aarde’ tegen. Hij en zijn medeauteurs citeren veelvuldig Rudolf Steiner. Die ziet de ontwikkeling van paranormale gaven als een aanduiding voor een volgende fase in onze evolutie: “Als wij eenmaal dat ‘licht van een hoger bewustzijn’ hebben gekregen, komen wij af van angst en afwijzing jegens andersgelovigen (zowel binnen als buiten de kerk). Zo zal de mensheid leren elkaar te ‘verstaan’ en als geheel steeds ‘beter’ worden, steeds meer leven zoals Jezus ons heeft voorgeleefd. Dat is ‘het christus-worden’ van de mensheid, ‘de wederkomst van Christus’.” Het boek Openbaring noemt Douven ‘een mythe’.
“Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God” (Joh.17:3). Dat ‘kennen’ is echter alleen voor hen, die in Christus geloven, en niet voor ‘de wereld’. “Dus”, zegt Douven, “hebben we hier te maken met een geheime leer, esoterische wetenschap, alleen voor ingewijden”. Occultisme is voor Douven ‘al het bovennatuurlijke dat niet normaal verklaarbaar is’. Volgens hem staat de Bijbel vol occulte ervaringen, want er worden gebeurtenissen beschreven met engelen en demonen. Deze ‘occulte ervaringen’ zijn dus niet iets negatiefs. Wel waarschuwt hij voor spiritisme. Ten slotte kwam Christus om de wereld redden. Die moet niet christelijk of kerkelijk worden, maar moet echt mens worden in zuster- en broederschap (christianisering van de wereld).
Verbroken verbindingen
Aleid Schilder praat in het boek over ‘verbroken verbindingen’. Zij gaat ervan uit dat wij de verbroken verbinding met God zelf kunnen herstellen (zelfverlossing), omdat wij als mens die breuk zelf hebben veroorzaakt (blz.40). Wij denken in termen van scheiding en hebben ‘goed’ en ‘slecht’ tegenover elkaar gezet. Wat ‘slecht’ is werd vanzelf ‘kwaad’ en ‘zonde’. “Maar dat is de grote fout. Wat goed is voor mij, hoeft niet goed te zijn voor jou. Eigenlijk is er geen verschil tussen ‘goed’ en ‘kwaad’. Het ‘kwaad’ komt voort uit angst en scheidingsdenken van de mensen. Als wij onszelf en de wereld willen redden, moeten wij denken in termen van eenheid en verbinding. Niet alleen christenen moeten één worden, maar alles en iedereen moet één worden (holisme, wereldreligie).” Zij komt ten slotte tot de conclusie dat, als wij ons richten op eenheidsdenken, wij goddelijke macht verwerven, de tegenstellingen overwinnen en worden ‘ik ben die ik ben’. Dat is haar plan.
Dom Tholens schrijft ten slotte een betoog onder de titel ‘Oostwaarts’. Dit staat bol van citaten uit allerlei wijsheidsliteratuur van de hindoes. Hij ziet geen toekomst voor instituten, ook niet voor kerkelijke. De zendingsopdracht van de kerk moet vervangen worden door een dialoog, een ontmoeting met wereldreligies, op basis van het gemeenschappelijke: een spirituele mystieke en contemplatieve dimensie.
Conclusie
De titel van het boek, ‘Nieuwe wegen binnen een oude traditie’, suggereert dat het gaat om nieuwe wegen binnen het christendom. Maar het zijn nieuwe wegen voor gnostiek, esoterische wetenschap en neohindoeïsme. Men kan het ook betitelen als ‘Vreemde wegen binnen een oude traditie’. Het zijn andere geesten die deze schrijvers inspireren. Zo was Douven in India in een ashram. Hij noemt Sri Aurobindo ‘een verlichte meester’.
De schrijvers propageren een oud gnostisch godsbeeld: je bent zelf God! Christus wordt een symbool. De geest van de tijd identificeren zij met de Heilige Geest, wat feministen ook doen. Hun evangelie heet: ‘autonomie’; de vrijheid om zelf je normen te bepalen, zonder aan wie dan ook verantwoording af te leggen.
In de kerk mist men de ‘ervaring’ als gevolg van het rationalisme. Aleid Schilder stelt terecht een vraag aan de reformatorische kerken, die in hun leer eenzijdig zijn geweest. Bijvoorbeeld in de predestinatieleer die de mensen het gevoel geeft: ik mag niks, ik kan niks en dan gebeurt er niks! De angst van ‘ben ik wel of niet gered’ verlamt. Dan zoek ik mijn ervaring wel elders….
Wat de schrijvers van het boek niet zien: achter New Age schuilt een geestelijke macht. Niet het nieuwetijdsdenken, maar zondevergeving heeft de mens nodig: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat eenieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.” (Joh. 3:16).
© Stichting Sense als opvolger en rechthebbende van de Interkerkelijke werkgroep “Bijbel of New Age”