Korte inhoud | Gnostiek, een religie waarbij verwerving van gnosis (occulte kennis) centraal staat, manifesteert zich al in de 1e eeuw na Christus. Met de opkomst van New Age uit zij zich opnieuw. |
Lezing door | Stefan van Wersch, Interkerkelijke werkgroep Bijbel of New Age |
Titel | Gnostiek, een illusie van zelfverlossing |
Plaats, datum | Utrecht, 15 april 1989 |
Rubriek | Gnostiek en esoterie |
Bewerkt door | Drs. G. van Ginkel (Sense), 27 dec. 2019 |
Trefwoorden | Gnosticisme, esoterie, occultisme, holisme |
Bronnen | Stefan van Wersch, ‘De gnostisch-occulte vloedgolf, van Simon de tovenaar tot New Age’ (ISBN 90 242 5212 1) |
Gnostiek, een illusie van zelfverlossing
Inleiding
De term ‘gnostiek’ is een verzamelnaam voor een brij van filosofische stromingen, esoterische groepen en occulte bezigheden waar op het eerste gezicht geen vat op te krijgen is. Atheïsme is duidelijk, gnostiek is glibberig. Het is de illusie van zelfverlossing, vervat in religieuze terminologie. Om toch inzicht te krijgen in deze ‘glibberige’ materie, is het onderscheiden van geesten van groot belang.
Invloed op kerk en samenleving
De situatie van de katholieke kerk op dit moment is uitermate somber. Er heerst complete verwarring. De generatie die sinds Vaticanum-II is opgegroeid, moet voor de kerk als verloren worden beschouwd. Het gevolg is dat deze mensen buitengewoon gevoelig zijn voor suggestieve invloeden, zoals die van New Age.
In feite is New Age niets nieuws; het is een opleving van de eeuwenoude gnostiek. De naam suggereert dat het nieuw is en daarom lijkt het ‘in’ en ‘trendy’. Het werkt ontnuchterend als kan worden aangetoond dat dit ‘nieuwe’ al vele eeuwen oud is. De bewering: “Onze westerse beschaving heeft de vorm aangenomen van een samenzwering tegen elke vorm van geestelijk leven”, is een overtuiging die kerk en New Age kunnen delen. Maar of dit wel of niet goed is voor het innerlijk leven, daarover verschillen ze radicaal van mening.
Het begrip gnostiek wordt duidelijker als je het gaat zien als het ‘cement’ tussen alle losse vormen van afgoderij en occultisme. Ontstaan binnen 10 jaar na het eerste Pinksteren in Jeruzalem, moet men als christen wel geloven dat het de duivelse tegenzet is tegen het jonge christendom. Voor die tijd bestonden er allerlei occulte vormen. Maar de gnostiek is erin geslaagd deze allemaal met elkaar te verbinden tot een religie die op het eerste gezicht precies lijkt op het christendom, maar in feite het tegendeel is.
Kenmerkend voor de gnostiek is dat het een zelfverlossingsleer is, waarbij veel gebruik gemaakt wordt van mythen, symbolen en occultisme als middelen om tot het goddelijke ‘ik’ te geraken. Gnostiek is al sinds de Oudheid syncretisch van karakter: het is eindeloos bezig om Bijbelteksten uit hun context te halen om daarmee de ‘eigen visie’ te rechtvaardigen. Het evangelie en vooral de brieven van Johannes zijn sterk anti-gnostisch. Johannes gebruikt weliswaar gnostisch aandoend taalgebruik, maar hij zet dat wel in de juiste context. Toch doen gnostici alsof Johannes een van hen was.
De Bijbel kenmerkt zich door een dualisme tussen goed en kwaad, in de gnostiek bestaat dat niet meer. Tegenover Bijbels dualisme staat ‘gnostisch holisme’. Tegenover de God als ‘de Ander’ tegenover het menselijk schepsel, stelt de gnostiek dat ieder mens goddelijk is. De mens is als God en moet in zichzelf goed en kwaad verzoenen. Zo wordt hij weer ‘heel’, ‘één’.
Een doel van de gnostiek is het kruis uit het evangelie verwijderen: Christus ontbinden (‘Hij leed niet echt aan het kruis’) en het ontkennen van Zijn lijden en verrijzenis. Verder worden goed en kwaad gerelativeerd, zodat er geen zonde meer kan zijn. Gnostiek is opstand tegen het idee dat God, de Ander, bóven de mens is. God als ‘de Ander’, die het waagt mensen regels ‘op te leggen’, wordt voorgesteld als een waanidee, een hersenschim, de boze. Dan is de satan (die Eva juist dat influisterde) ‘goed’, en wordt het satanisme aanvaardbaar.
De gnostiek keert dus alles op zijn kop. De Vader-God moet worden afgebroken ten gunste van een moeder-godin (feminisme). Zo mag ieder een eigen afgod zoeken en wordt het gebruik van magie en occultisme (bijvoorbeeld hekserij) aangemoedigd. Als je zegt: God is ‘de Ander’ die geboden kan opleggen, dan wordt de gnosticus, die gewoonlijk heel ‘lievig’ doet, venijnig. In de gnostiek is er voor elke filosofie of mening een plaats, wereldomspannend, maar als God Zijn naam noemt: “Ik ben, die Ik ben”, dan betekent dat: ‘Ik wil er zijn voor jou’. Dan is er dus sprake van tenminste twee personen, waarbij God ‘de Ander’ is. Dat mag niet waar zijn voor de gnosticus want daarmee valt zijn visie van zelf god-zijn in elkaar.
De ‘brij’ van geestelijke stromingen, geheime genootschappen en occultisme die gnostiek heet, wordt overzichtelijk en handelbaar als men ziet dat er niet meer dan twee mogelijkheden zijn. Neem het scheppingsverhaal: er is sprake van een eindeloze evolutie zonder begin (gnostisch), óf er is een begin gemaakt door een Schepper. Dan is er sprake van een relatie tussen Schepper en schepping en dus ook tussen God en mens. Wetenschappelijk gezien is deze optie het meest waarschijnlijk: het is immers bewezen dat er niet iets kan ontstaan uit niets … Het scheppingsgeloof onderstreept dat God Schepper is en de mens schepsel, dus níét God.
Overgave in geloof kan alleen als er een ‘Ander’ is aan wie je je vertrouwen kunt geven. Relatie veronderstelt de aanwezigheid van twee personen; God zoekt de mens. God is liefde en liefde veronderstelt een relatie. Ons godsbeeld is niet holistisch, zoals dat van de gnostici. Jezus laat zien – bijvoorbeeld in Joh.17 – dat God relationeel is. Hij is immers de drie-ene God: de Vader geeft zich aan de Ander in God de Zoon opdat hun band met de Geest het Ene is, de liefde.
In New Age daarentegen, is de ander niet ‘de Ander’, omdat de ander ook god is, net als jezelf. En met jezelf kun je geen relatie hebben, dat leidt tot navelstaren. Het christendom zegt: God is ‘de Ander’, God is liefde en daarom kan Hij geboden geven. Daarom heeft God ook de aarde geschapen, daardoor verheerlijkt Hij zichzelf door Zich te geven aan de ander. Zo zijn wij er door Hem. God is niet de eisende, dwingende, alles opzuigende ‘god’, zoals Hij wel wordt voorgesteld. Gnostiek ontkent de relatie God – mens, ontkent daarmee het geven en wordt zo in zichzelf opgesloten heil . In feite is het een aanslag op het christelijk liefde begrip.
Gedurende de laatste twee eeuwen is er sprake van een voortdurende wisselwerking tussen de ratio (Verlichting) en het emotionele (Romantiek). Er zijn tijden dat de techniek het in alle opzichten voor het zeggen heeft en als reactie daarop zijn er tijden dat de mens meer zoekt naar het irrationele. We leven nu in een tijd van oplevend irrationalisme. Zelfs achter de façade van de wetenschap woekert het irrationele (bijvoorbeeld de wetenschapper die in zijn vrije tijd spiritistische seances bezoekt).
De denkpatronen van Verlichting en Romantiek stellen de mens centraal en daarin onderscheiden beide zich meteen van het christendom. Veel mensen in de kerk volgen helaas de trend van de tijd en passen zich nu eens aan bij het rationalisme, dan weer hellen zij over naar het gevoelsmatige. De kerk verkondigt echter ratio én gevoel, maar in een ordening naar God, de Ander, toe. Men mag dus geen valse tegenstelling tussen beide suggereren.
Conclusie
Al in de eerste christelijke gemeenten wordt de gnostiek als een dwaling bestreden. Een dwaling is niet levensvatbaar als er niet een kern van waarheid in schuilt. Zij is des te gevaarlijker naarmate de kern van waarheid die ze in zich heeft opgenomen, groter is, omdat daardoor de bekoring alleen maar groter wordt. Een dwaling kan het betreffende deel van de waarheid niet in zich opnemen, als deze waarheid voldoende zou worden beleefd op de plaats waar zij thuishoort (bijvoorbeeld het geloven in de Kerk) en als er genoeg getuigenis van zou worden afgelegd. Bij elke dwaling moet dan ook de vraag gesteld worden welke waarheid in haar verborgen ligt en hoe deze recht kan worden gedaan. De vraag blijft hoe de waarheid kan worden verlost uit haar inbeslagneming door de dwaling. Daar blijven wij ons voor inzetten.
© Stichting Sense als opvolger en rechthebbende van Interkerkelijke werkgroep “Bijbel of New Age”
Zie aanvullend artikel uit EO Visie 05-2017 De verraderlijke zuigkracht van de gnostiek