Esoterie

[us_separator height=”100px” size=”custom”]

Esoterie

Esoterie is tegenwoordig in menige boekwinkels verzamelnaam voor ‘niet-christelijke’ spiritualiteit, ook al kennen we ook de term esoterisch christendom. In ieder geval gaat het dan om boeken die niet onder de rubriek theologie vallen.

Esoterie duidt van oudsher op kennis die alleen toegankelijk is voor ingewijden, waarbij we kunnen denken aan de mysteriegodsdiensten uit de oudheid, met name in Egypte. In het Westen is na de Renaissance met zijn hernieuwde belangstelling voor de oudheid een Westers Esoterische traditie ontstaan in wat we ook wel vanwege het besloten karakter geheime genootschappen genoemd worden.
We denken dan in eerste instantie aan de Rozenkruizers, maar vervolgens ook aan de Illimunatie en de Vrijmetselaars.

Onder deze noemer valt daarnaast ook te denken aan de Kabbala – Joodse mystiek – die slechts toegankelijk is voor mannen boven een bepaalde leeftijd.
In Nederland wordt deze kennis en traditie gepopulariseerd door bijvoorbeeld Geert van Kimpen met zijn roman de Kabbalist en de geheime Newton.

Te denken valt echter ook aan de Katharen en andere neo-gnostische (dualistische) stromingen, die in onze tijd – sinds de publicatie van de Nag Hammadigeschriften – kunnen rekenen op grote belangstelling en interesse.

Dan hebben we ook nog de Graaltraditie – die eerst in 1982 een herleving kende door het boek Heilig Bloed, Heilige Graal van Henry Lincoln, Michael Baigent en Richard Leigh en daarna in 2004 door de Da Vinci Code van Dan Brown.

Tegenwoordig spreken we ook wel over esoterisch christendom. Dat vinden we bijvoorbeeld terug bij de Nederlandse auteurs Hans Stolp en Jacob Slavenburg.